7 Regels voor het inrichten van een schap

1. Bouw van groot naar klein

Zet grote verpakkingen of producten onderin, middelgrote in het midden en kleine bovenaan.

Deze volgorde is fijn om naar te kijken. Andersom (zware producten bovenaan) geeft een onaangenaam gevoel.

Goed: groot onderaan en klein bovenop. Een rustig schap.

Fout: Groot bovenaan en klein bijna onderaan. Een rommelig schap.

2. Bouw een piramide

Bekijk een hele wand en bouw producten als een piramide op. Zet een product op de top en bouw dan verder uit in een driehoek naar beneden. Het product op de top trekt het oog omhoog en zo zien klanten de hele wand. Het doet ook de winkel hoger lijken. Hoogte geeft ook een fijn gevoel.

Een piramide vorm is bijna niet fout te doen en maakt een wand of schap veel aantrekkelijker om te zien. 

Een piramide model maakt een wand interessant om te bekijken.

3. Spiegel de schappen op brede wanden

Trek een denkbeeldige lijn in het midden van de wand en zet aan weerszijden ervan de producten gespiegeld neer.

Gespiegelde schappen geven een snel overzicht, omdat klanten weten waar ze moeten zoeken

Alle producten lenen zich ervoor om gespiegeld te presenteren

4. Een schap lees je als de krant

Deel een schap in met behulp van kolommen: klanten kijken per kolom en dan van links naar rechts.

Op lange wanden kunt u kolommen maken door producten op kleur, vorm, maat, of formaat bij elkaar te zetten.

Een kolom zorgt ervoor dat de volledige keuze binnen het blikveld past. Het doet rustiger en overzichtelijker aan. Bovendien herhalen kleuren en vormen zich, en dat komt sterker over.

Door op kleur en merkverpakkingen te sorteren is het schap ingedeeld in kolommen

5. Lege planken verkopen niks

Het blikveld van klanten loopt van 90cm tot en met 200cm. Dat mag dus nooit leeg zijn, want: ooghoogte is koophoogte. Hier hangen of liggen de beste producten. Of er hangt een enorme poster die klanten de winkel in trekt. Deze schappen moeten altijd goed gevuld zijn, dus: vul bij.

Boven de 2 meter gebruik je voor visuele voorraad, niet voor producten die klanten zouden moeten kunnen pakken.

Onder de 90 cm zit de bukzone. Gebruik dit voor producten met een lagere marge of voor zware en grote producten.

Op dit schap is de beste plek ingenomen door een poster om klanten van ver de winkel in te kunnen trekken

Hier is een plank ingenomen door een kleine poster. Deze poster heeft geen trekkracht, dus deze plank had beter vol producten kunnen staan

6. Kleur als criterium om te kiezen

Wat hebben accessoires zoals sjaals, schoenen en brillen gemeen met kussens, haarverf, bloemen en fruit? Deze producten worden op kleur gekocht. 

Klanten kopen op kleur als een product bij iets anders moet passen, of als kleur iets zegt over de kwaliteit van een product.

Als kleur voor klanten een criterium is, zet de producten dan ook op kleur in de winkel. Dat helpt de klanten ontdekken of hun kleur er ook tussenzit. 

Gebruik kleur voor de schapverdeling als een product bij iets anders moet passen, zoals schoenen bij een outfit

Gebruik kleur voor de schapverdeling als kleur iets zegt over de eigenschappen van een product, zoals light cola of rijpheid van fruit

7. Drie is de regel

Als er producten bij elkaar moeten staan, zet er dan altijd drie neer (of een ander oneven aantal). Klanten kijken net iets langer naar een display met een oneven aantal producten. Het is makkelijker om één middelste product te zien, dan om twee of vier producten te moeten kiezen.

Leave a Comment: